Dammen spelregels
Onderdelen
Dammen wordt gespeeld op een bord van 8x8 met afwisselend donkere en lichte vakken.
Elke speler heeft 12 identieke stukken (schijven). De ene speler heeft lichte (witte) stukken en de andere speler heeft donkere (zwarte) stukken.
Doel
Het doel is om alle stukken van de tegenstander te slaan of de tegenstander te blokkeren zodat hij niet meer kan bewegen.
Opstelling
De 12 schijven van elke speler worden op de donkere vakken van de eerste drie rijen aan hun kant van het bord geplaatst.
Beurten
De spelers spelen om de beurt.
Een stuk mag diagonaal voorwaarts bewegen naar een aangrenzend leeg donker vak.
Een stuk mag een stuk van de tegenstander slaan door er diagonaal overheen te springen naar een leeg donker vak direct daarachter. Meervoudige sprongen zijn toegestaan in één beurt als na elke sprong nog een sprong mogelijk is.
Als een speler kan slaan, moet hij dat doen. Anders moet de speler een gewone zet doen.
Als meerdere manieren om te slaan mogelijk zijn, mag de speler zelf kiezen.
Promotie tot dam
Wanneer een stuk de laatste rij aan de overkant bereikt, wordt het tot dam gekroond.
Dammen mogen diagonaal vooruit én achteruit bewegen en slaan.
Einde van het spel
Het spel eindigt als een speler alle stukken van de tegenstander heeft geslagen of de tegenstander blokkeert zodat hij geen enkele zet meer kan doen.